Binnen voorzaaien: In vier stappen naar succes!

Inleiding

Als vroeg in het jaar de dagen weer langer worden begint het bij ons moestuinders weer te kriebelen. Want een van de leukste momenten in het seizoen is als we weer binnen kunnen voorzaaien! Maar daar horen soms ook uitdagingen bij.

Welke materialen gebruik je? Hoe geef je je zaden en jonge planten voldoende licht, water en warmte? Hoe voorkom je schimmel op de potgrond, of doorgeschoten zaailingen? En hoe weet je dat je te oude zaden hebt gebruikt?

Toen ik begon met zaaien speelden deze vragen vaak door mijn hoofd. Ook kwamen zaden vaak niet op. En als ze dan wel opkwamen schoten ze zo hard de lucht in, dat ze al snel als fragiele grashalmen wuifden in de opstijgende warme lucht van de radiator.

Maar inmiddels heb ik geleerd, hoe zaailingen compacter en steviger blijven. Hoe je ervoor kan zorgen dat ze niet te droog of te nat staan. En hoe je problemen als schimmel kan voorkomen.

In dit artikel deel ik 4 stappen met je die ik neem, om zelf succesvol voor te zaaien en een aantal problemen hierbij te voorkomen. Zo heb je straks voldoende kennis in huis om er voor te zorgen dat je jonge planten een flitsende start maken!

Allereerst is het belangrijk dat je weet wat jouw zaden precies nodig hebben om te ontkiemen..

1. Ken je zaden.

De eerste essentiële stap als je gaat zaaien is dat je weet wat jouw specifieke zaden nodig hebben. De achterkant van het zakje is dan een belangrijke bron van info. En dan vooral het gedeelte waar staat wanneer je kan zaaien.

Planten hebben een bepaalde hoeveelheid licht nodig. Qua uren per dag, maar ook de lichtsterkte is belangrijk. Als je eerder zou zaaien dan de aangegeven tijd, kan het zijn dat het buiten nog niet lang genoeg licht is, of dat de zon nog te zwak is. Of dat ze eigenlijk al klaar zijn om te worden uitgeplant maar het nog veel te koud is. Geloof me, ik weet er alles van!

Een handige zaaikalender kiezen.

Naast de verpakking van de zaden, kan je ook zaaikalenders raadplegen. Maar let op, veel zaaikalenders houden geen rekening met verschillende rassen binnen dezelfde soort. Deze nuance is belangrijk omdat verschillende rassen voor verschillende manieren van teelt geschikt zijn.

Twee voorbeelden:

  • Broccoli heeft verschillende rassen. Sommige zijn geschikt voor vroege teelt, en anderen juist weer voor late teelt. Een zaaikalender die dan alleen de zaaitijd voor ‘broccoli’ aangeeft is dan eigenlijk niet precies genoeg.
  • Sommige tomatenrassen hebben een langer seizoen nodig dan anderen. Dit houdt in dat de tijd van de ontkieming tot het moment van de oogst bij het ene ras, langer is als bij het andere. De rassen die een heel lang groeiseizoen nodig hebben moet je daarom eigenlijk al heel vroeg in het seizoen zaaien, onder kunstlicht. Bij soorten die een korter seizoen hebben is dit niet nodig.
Voorzaaien van pompoen
Een net opgekomen zaailing van een muskaatpompoen. Muskaatpompoenen hebben een langer groeiseizoen dan sommige andere pompoenen..

Ga je een zaaikalender raadplegen, kies er daarom dan een die rekening houdt met verschillende rassen van een soort.

Wat duidelijker en preciezer is als een zaaikalender, is een teelthandleiding.

Betrouwbare teelthandleidingen zijn goud waard!

Specifieke teelthandleidingen zijn vaak geschreven door ervaren moestuinders en soms ook door professionals. Daarom bevatten ze een schat aan bruikbare, gedetailleerde informatie. Ze beschrijven het hele proces van zaaien tot oogsten en daarnaast vaak ook details over specifieke behoeftes en ziektes of plagen waar de plant gevoelig voor is. Je vind ze vaak online of in goede tuinboeken.

2. De juiste materialen verzamelen.

Nu we de benodigde kennis van de zaden hebben kunnen we ons afvragen waar we die zaden dan in gaan voorzaaien. Hier zijn net als over de beste zaaitechniek veel verschillende meningen over. Er zijn vele keuzes! Bijvoorbeeld:

Potten, trays, perspotjes, wc rollen en eierdozen.

Wat zijn de voor en nadelen van elke optie?

De voordelen van zaaien in zaaitrays: Zaaitrays zijn handig omdat je per cel één of enkele zaden kan stoppen. Als de plantjes dan klaar zijn om te verspenen, of uit te planten haal je het gehele wortelkluitje uit de cel en hoef je geen wortels uit te knoop te halen. Zo heb je weinig kans dat ze beschadigen.

Soms kan je meerdere zaden per cel zaaien. Dit kan bijvoorbeeld bij kruiden zoals basilicum, die worden meestal niet heel groot en vinden het niet erg om wat dichter bij elkaar te staan. Stel dat je dan bijvoorbeeld drie zaden per cel zaait, afhankelijk van de grootte van de cellen. Dan kan je ze als ze groot genoeg zijn met z’n drieën tegelijk in een grotere pot zetten.

Of als je een grotere pot gaat gebruiken, bijvoorbeeld drie cellen met drie plantjes in één pot zetten.

Maar je kan natuurlijk ook één zaadje per cel zaaien, zoals bijvoorbeeld bij koolsoorten of bietjes. Soms zaaien mensen dan ook twee zaadjes per cel, waarvan ze dan later de zwakste afknippen…

Een nadeel van trays is soms dat sommige heel fragiel zijn en daardoor snel kapot gaan. Kies daarom voor goede stevige trays, die gaan meerdere seizoenen mee!

Een voordeel van zaaien in plastic potten is dat je er wat grotere zaden in kwijt kan zoals pompoen, komkommer of courgette. Deze planten worden meestal snel te groot voor de cellen van zaaitrays.

Een nadeel is dat ze minder geschikt zijn voor meerdere zaailingen omdat de wortels dan in de knoop kunnen groeien. In principe kan je ze dan best nog wel van elkaar scheiden, maar het is wel meer werk ten opzichte van zaaien in trays.

Het voordeel van turfpotjes zou zijn dat je de plant met potje en al in de grond kan zetten. Omdat het potje door vocht zacht wordt kunnen de wortels van je plant dan door de pot heen groeien in de aarde.

Mijn ervaring is alleen dat de potjes heel snel uitdrogen, ook na uitplanten. Hierdoor worden ze hard en blijven de wortels van de plant toch vaak in het potje rondcirkelen. Ga je deze potjes gebruiken, hou ze dan goed vochtig.

Eierdozen en wc rollen zijn eigenlijk een beetje hetzelfde als de turfpotjes. Ze drogen snel uit. Maar als ze te lang vochtig zijn kan er dan weer schimmel opgroeien. Sommige tuinders gebruiken ze met succes om in te zaaien, maar persoonlijk vind ik ze niet zo handig.

Welke grond is geschikt om in voor te zaaien?

Wat moet er in de pot of tray? Eigenlijk vind ik de vraag beter, wat moet er niet in?

Want eigenlijk is potgrond op basis van turf het enige substraat waar ik bij het voorzaaien mindere ervaringen mee heb. En dan vooral omdat als het eenmaal te droog is geworden het keihard wordt en moeilijk water op neemt. De zaden drogen dan uit en gaan dood.

Je kan ‘zaai en stekgrond‘ gebruiken. Dit is natuurlijk ideaal omdat het speciaal ontworpen is om in te zaaien. Het bevat minder voedingsstoffen dan gewone potgrond waardoor de wortels van de planten harder gaan groeien. Daarnaast is het lichter van structuur als normale potgrond. Als klap op de vuurpijl is het ook nog sterk verhit waardoor er minder ziekteverwekkers inzitten.

Maar om in te zaaien wordt normale potgrond op basis van kokos of gecomposteerde boomschors ook veel gebruikt.

Dan heb je ook nog vermiculiet, super licht en luchtig, en bovendien onaantrekkelijk voor ziekteverwekkers en schimmel.

Maar wat is nou het beste? Dat hangt van het soort zaden af. Als de zaden een langere kiemduur hebben (zeg maar langer als een maand) of een koudebehandeling nodig hebben krijgen schimmels meer tijd om te groeien. Dan is een steriel substraat zoals zaai en stekgrond of schoon vermiculiet denk ik belangrijker, dan wanneer je zaden hebt die al binnen een week vrolijk boven de grond staan, zoals bietjes of sommige koolsoorten.

Voor de meeste moestuinplanten die ik zelf binnen voorzaai, gebruik ik eigenlijk altijd gewone potgrond, voor mij werkt dit altijd goed. Dit is denk ik een kwestie van persoonlijke voorkeur en iets wat je vooral zelf moet proberen en uitvinden.

Ok! Nu je alles weet over de zaden die je gaat zaaien en de goede materialen hebt kunnen we kijken naar een aantal basic zaaitechnieken die je kan leren om goede resultaten te behalen.

3. Drie handige zaaitechnieken.

Hoe je ‘het beste’ kan zaaien.

Hoe je het beste kan zaaien? Dat is een vraag die iedere moestuinder waarschijnlijk weer anders zal beantwoorden. Er zijn namelijk heel veel manieren waarop je het kan doen. Wat voor mij goed werkt?

  • Neem de tray of pot waarin ik wil zaaien en vul deze met substraat. (Bijvoorbeeld zaai en stekrond).
  • Strooi dan de zaden over het oppervlak, niet te dicht op elkaar. De zaaiafstand is afhankelijk van de soort zaden, deze vind je vaak op de verpakking of in een teelthandleiding. Zaai liever wat minder zaden per cel of pot, dan te veel. Als je heel fijn zaad hebt wat je bijna niet zaadje voor zaadje kan strooien, kan je het mengen met wat zand. Als je het mengsel dan op het oppervlak van het substraat strooit hebben de zaden een betere afstand tot elkaar.
  • Strooi met een wat grovere zeef uit de keuken dan een klein laagje substraat over de zaden heen. Zoveel dat ze net een beetje bedekt zijn.
  • Zet nu de pot of tray in een laagje water, ongeveer tot de helft van de pot/tray. Na een tijdje wordt het oppervlak van het substraat een beetje nat en is het goed bevochtigd.
  • Laat de tray of pot nu heel goed uitlekken.
  • Zet de tray/pot in een kweekkasje (propagator) met de ventilatieschuifjes op de deksel open. Als je geen propagator hebt kan het je ook afdekken met folie. Ik heb zelf de beste ervaringen als er met een schaar ventilatiegaatjes in worden gemaakt. Als de zaden opkomen kan je de deksel of de folie weghalen.

Op deze manier kan je veel soorten zaden voor de moestuin voorzaaien. Bijvoorbeeld tomaten, aubergine, paprika, koolsoorten, veel soorten kruiden, pompoen, courgette, komkommer..

Bij de meeste groentezaden die geschikt zijn om binnen voor te zaaien komt het bijna niet voor, maar soms hebben zaden een koudebehandeling nodig.

Als dit zo is staat het meestal wel op de verpakking. Sommige van deze zaden doen het ook wel zonder stratificatie periode, maar de opkomst is beter als ze het wel hebben gehad. Een aantal voorbeelden: peterselie, engelwortel, kervel, kiwi, oesterblad, look-zonder-look, fazantenbes….

Stratificatie: hoe je je zaden een koudebehandeling geeft.

Veel zaden die van origine groeien in gebieden met koude winters hebben een koudeperiode nodig om te kiemen. Dit heet ook wel stratificatie. Ze kiemen dan nadat ze een aantal weken een lage temperatuur hebben doorgemaakt. Deze periode duurt van twee weken tot twee maanden en is meestal rond de vier graden Celsius. Maar er zijn ook zaden doen het beter als ze echt bevriezen.

Welke stratificatiemethoden kan je gebruiken?

Er zijn twee manieren om zaden te stratificeren; in de koelkast of vriezer, of gewoon buiten in de winter. Als je buiten wil zaaien kan dat goed van ongeveer september tot december. Je kan dan zaaien in potten. Dek de potten dan wel af met gaas zodat de vogels er niet bij kunnen. Het zaaisel mag in de winter ook niet uitdrogen.

Als de zaden in de lente nog niet opkomen is het waarschijnlijk niet lang genoeg koud geweest. Je kan ze dan nog een keer een paar weken in de koelkast zetten, in de groentelade. Je kan dan de pot in een plastic zak doen tegen uitdroging. Mocht het niet lukken, sommige zaden hebben meerdere koude periodes nodig om te ontkiemen!

Zaailingen in potten
De look-zonder-look en kleine pimpernel zijn ontkiemd! (maart). Deze zijn in november gezaaid in potten. Mocht het niet koud genoeg geworden zijn, dan konden ze zo altijd nog een tijdje in de koelkast.

Een andere optie is om de zaden een paar weken in de koelkast te bewaren voordat je ze zaait. Je kan dan het zakje met zaden in een glazen pot met goede deksel doen en de pot in de groentelade zetten. Na drie of vier weken zaai je de zaden dan en laat je ze ontkiemen op kamertemperatuur. Als er dan niks op komt kan je het zaaisel opnieuw een paar weken in de groentelade zetten.

Nog een andere zaaitechniek die handig is om te kennen is scarificatie. Deze techniek (voor gevorderden) zorgt ervoor dat sommige zaden beter water op kunnen nemen. Daardoor kiemen ze dan sneller.

Scarificatie

Sommige zaden hebben zich in de natuur gespecialiseerd om door vogels verspreid te worden. Ze zitten daarom vaak in bessen en vruchten die vogels eten. Maar omdat vogels een heel sterke maag hebben moeten de zaden een dikke huid hebben, anders zouden ze kapot gaan tijdens hun ‘reis’ in de vogelmaag.

Het kan ook zijn dat zaden een dikke, harde schil hebben om ze te beschermen. Of om er voor te zorgen dat de zaden pas na langere tijd ontkiemen. Ze kiemen dan bijvoorbeeld pas na een tijd geschuurd te zijn door zandkorrels, of na een periode in het water te hebben gelegen.

Daarom kan het voor sommige zaden belangrijk zijn om deze processen na te bootsen. Dit doe je heel beknopt gezegd door met een mesje het zaadje een stukje in te kerven, of met een schuurpapiertje kleine krasjes in het zaadje te maken.

Maar, het komt nogal nauw komt hoe diep je een zaadje kan inkerven of krassen zonder dat je de kiem beschadigt. Daarom kan je als je zaden hebt die deze behandeling nodig hebben, hier het beste een duidelijke en gedetailleerde handleiding voor raadplegen. Op Youtube zijn goede video’s over scarificeren te vinden.

Nu de zaden eventueel een koudebehandeling of scarificatie hebben gehad en binnen zijn voorgezaaid, moeten we zorgen dat ze ontkiemen en gezond opgroeien. Wat zijn nu een aantal veelvoorkomende problemen die je tegen kan komen?

4. Problemen voorkomen als je binnen gaat voorzaaien.

Wat doe je als de potgrond beschimmeld raakt.

Soms zie je op de potgrond een laagje wit donsachtig spul verschijnen. Schimmel..

Als je in wc rollen, perspotjes, of eierdoosjes zaait komt het ook wel eens voor dat de schimmel op het karton of materiaal groeit.

Op zich hoeft dit niet gelijk een probleem te zijn. Meestal eet de schimmel alleen het materiaal in de potgrond, of het materiaal van het potje op. Maar soms kan een schimmel de zaden ook aantasten waardoor ze dood gaan.

Een aantal mogelijke oorzaken van schimmel op zaden, potgrond of pot:

  • De grond is te nat waardoor schimmels hard kunnen groeien.
  • Het staat op een te donkere, koude plek.

De oplossingen voor dit probleem zijn dan ook om het substraat niet te nat te maken. Wel vochtig, maar niet doordrenkt met water. Zeg maar iets natter als een goed uitgeknepen spons. Zet de tray of pot ook op een warme, lichte plek want dan groeien schimmels niet zo goed.

Als er niks opkomt.

Het kan soms zo zijn dat de zaden niet willen kiemen. Als de zaden helemaal niet opkomen kan dat veel verschillende redenen hebben.

  • Soms zijn zaden zo oud dat ze dood zijn gegaan.
  • Ook kunnen ze zijn uitgedroogd tijdens het kiemingsproces, of beschimmeld omdat ze juist te nat en koud zijn geworden.
  • Sommige zaden zijn lichtkiemers, anderen kiemen juist alleen in het donker.
  • De zaden hebben stratificatie of scarificatie nodig.

Maar soms ligt het gewoon aan de temperatuur van het substraat. De moestuinplanten die langzamer kiemen, zijn vaak degene die veel licht en warmte vragen. Voorbeelden: pepers, paprika, tomaten, aubergine.

Voor deze planten heb je een vensterbank nodig, boven de verwarming, met veel licht. In beste geval is hij gericht op het Zuid-Oosten, Zuiden of Zuid-Westen. Als je die vensterbank niet hebt kan bodemwarmte door middel van een warmtemat handig zijn. De grond waar de zaden van bovengenoemde soorten in gezaaid zijn moet minimaal 22 tot 25 graden zijn. Als je er aan twijfelt of de bodem wel warm genoeg is, kan het je eventueel meten met een speciale grondthermometer.

Je kan ook nog een verwarmde propagator met instelbare temperatuur gebruiken. Maar deze zijn best prijzig. Voor de meeste moestuingroenten die we binnen voorzaaien is dit denk ik ook niet nodig.

Slappe, uitgerekte zaailingen.

Doorgeschoten zaailingen: Een probleem voor veel moestuinders die planten binnen voorzaaien. De plantjes krijgen dan een lang dun steeltje in verhouding met hun blaadjes. Het ziet er slungelig en instabiel uit. Gevolg: Soms worden ze zelfs zó lang dat ze omvallen.

Stambonen in potten voorzaaien
Deze bonen zijn wel erg slungelig geworden!

Het gebeurt vaak bij planten als ze te weinig licht hebben. Daarom proberen ze zo hoog mogelijk te worden, zodat ze meer licht kunnen opvangen.

Deze planten willen graag een lichtere plek. Een zonnig plekje op de vensterbank is ideaal voor planten die graag in het licht staan. Staan ze al op de lichtste plek die je ze kan bieden, zet ze dan op een koelere plek. Bij mij is dat de slaapkamer. Daar staat de verwarming dan niet aan, maar de kamer heeft wel een raam op het Zuid-Westen.

Lekker licht dus! En nog een bonus: Wat is er nou leuker voor een plantenliefhebber, dan wakker te worden met zicht op zelfgezaaide plantjes?

voorzaaien van tomaten
Tomaten hebben graag een zonnige, warme plek.

Wat als je geen lichte plekken in huis hebt?

Heb je geen zonnig raam in huis, dan is er een oplossing: kunstlicht. Er zijn verschillende lampen te krijgen die geschikt zijn voor het kweken van planten. Voor het voorzaaien en opkweken van zaailingen zijn onder andere TL-lampen geschikt. Deze zijn goedkoop, zuinig en makkelijk verkrijgbaar.

Chili plant
Als je opkweekt onder kunstlicht heb je geen last van strekkende zaailingen.

Led verlichting is nóg zuiniger en geeft alleen die kleuren licht af die je planten gebruiken om te groeien. (Rood en Blauw).

Een nadeel van deze lampen is dat ze vaak wat duurder zijn en je kamer vullen met een paars schijnsel… Dit is leuk voor een feestje maar misschien minder op andere momenten. Aan jou de keuze!

chili plantje
Een Rocoto chili onder Tl-verlichting

Gelukkig hoeven doorgeschoten zaailingen niet altijd erg te zijn.

Ideaal is het niet, maar bij sommige planten is het niet erg als de zaailingen doorgeschoten zijn.

Als ze de volle grond in gaan kan je bonen en erwten opbinden. Wist je trouwens dat je bonen nooit in bemeste grond moet zetten, zoals ik vorig jaar deed?

Pompoenen zijn van nature klimmers, of kruipen over de grond. Als ze wat langer zijn is dat geen probleem.

Tomaten kan je, als je ze gaat verspenen tot zeker een centimeter onder de kiemblaadjes in de aarde zetten. Dit kan omdat ze wortels kunnen maken over de gehele lengte van de steel.

Nog een belangrijke laatste tip. Als je uitgerekte zaailingen buiten gaat uitplanten, laat ze dan eerst een tijdje aan de zon wennen. Zet ze eerst een paar dagen buiten in de halfschaduw. Omdat ze een tijd lang in weinig licht hebben gestaan, kunnen de blaadjes verbleken door te felle zon.

Conclusie

Al met al komen er best wat dingen kijken bij voorzaaien. Hopelijk heeft dit artikel je geholpen met een aantal belangrijke stappen die je kan zetten om je moestuinseizoen beter te beginnen. Dan kan je later in het seizoen met trots genieten van tomaten, paprika’s, komkommers en andere lekkere, zelfgekweekte groenten, die je zelf uit een zaadje hebt opgekweekt!

Bronnen

-Handboek voor het kweken en telen van planten. 2008, Miranda Smith.

Handige links

Op www.mooiemoestuin.nl vind je duidelijke en uitgebreide teelthandleidingen.
Op www.vreeken.nl staan in de productbeschrijvingen handige (zaai)tips.

Wil je dat meer tuinliefhebbers dit artikel lezen? Deel hem dan op social media!

Vergelijkbare berichten