De tuin

Als een reflectie van de persoonlijkheid van de tuinder, heeft elke tuin een eigen karakter. Geen tuin is ooit hetzelfde. Zelfs binnen een specifieke stijl zijn tuinen meestal uniek, en elke tuin die je bezoekt laat een eigen impressie achter.

Ik begon mijn tuin ongeveer zes jaar geleden in 2012. Ik vroeg een vriend, Willem of hij samen een tuin wilde starten en zo vonden we een tuin op een volkstuinencomplex in de buurt. Degene die we kozen was simpelweg een weilandje met wat verdorde struiken. We konden niet wachten om te beginnen en opruimen en omspitten was het eerste wat we deden.DSC07462

the beginning in 2012
de start van het eerste seizoen

De zware klei hield ons niet tegen in onze missie om het stuk te verdelen in een aantal plantenbedden en de aarde te keren en zacht te maken zodat we er in konden zaaien. Uiteindelijk mulchte we het met champost en zaaiden direct daarin, omdat de klei nog veel te vast en te grof was.

DSC07463
De eerste spinazie ooit op de nieuwe volkstuin

En zo begon het. De eerste twee jaar hadden we een leuke en leerzame tijd en toen Willem verhuisde besloot ik om alleen met de tuin verder te gaan. In het begin was ik veel bezig met de tuin ‘af te maken’. Maar na een aantal jaren ervaring weet ik dat een tuin eigenlijk nooit af is. Tijdens het tuinieren is het namelijk zo dat nieuwe plannen zich ontwikkelen en tijdens het tuinieren krijg je nieuwe ideeën. Actie leidt namelijk tot inspiratie. Het is mooi om te zien hoe een tuin zich door de jaren heen ontwikkelt. Voor een bezoeker lijkt een tuin misschien op het eerste gezicht één geheel. Maar voor een tuinier ontstaan er na verloop van tijd binnen de tuin allerlei afzonderlijke tuintjes. Kleine stukjes met allemaal hun unieke gevoel dat ze teweeg brengen. Zoals bijvoorbeeld een smalle strook langs de vijver waar je tot rust komt en kan kijken naar de waterjuffers die landen op de waterplanten, de ruimte tussen de rijen Frambozen waar je twee keer per jaar op je knieën het onkruid weg haalt, oogst, of de afgestorven stengels weg knipt. Het plekje achter de kas waar je uit de wind zit en jezelf kan laten verdwijnen in het veldje met wilde bloemen.. Al deze kleine tuintjes veranderen continu en verdwijnen soms zelfs, om weer plek te maken voor nieuwe. Als je een tuin bekijkt als een kamer in de buitenlucht, heeft deze een doel, en groeit binnen dat doel. Het is vaak ontworpen als één geheel, maar wordt naarmate de tijd verstrijkt steeds verfijnder. Dan ontwikkelen zich de kleine plekken die een tuin vaak zo’n eigen karakter geven. Zoals een plek op een plank aan de muur waar zich kleine beeldjes verzamelen. De muur naast de trap waar schilderijen hangen die gemaakt zijn door familieleden. Een hoek achterin een kamer waar je heerlijk kan lezen omdat er precies genoeg ruimte is voor een stoel, bijzet-tafeltje en een boekenplank. Allemaal kenmerkende plekken die een plek een eigen identiteit geven.

2013-08-10 17.29.34
de zomer van 2013

De dynamiek van een tuin is naast andere dingen bepalend voor zijn sfeer. Een tuin die niet veranderd, leeft niet. Hij groeit mee met zijn tuinder(s), wordt langzaam ouder en volwassener. Elk tuinseizoen heeft zijn eigen gebeurtenissen en uitdagingen die effect hebben op de planten, dieren en mensen. Elke tuinder gaat op een andere manier om met deze uitdagingen en gebeurtenissen, en als je een tuinencomplex of een willekeurige individuele tuin bezoekt, zijn ze altijd allemaal verschillend. En als je er zo over na denkt, eigenlijk heb je er ook maar voor een deel controle over. Als je namelijk helemaal niks meer zou doen tuiniert moeder natuur gewoon verder op haar manier en ontwikkeld de tuin zich net zo goed, als zou een mens dat meestal niet als een positieve ontwikkeling beschouwen..

Wat me vaak fascineert is de relatie die mensen in hun tuin hebben met ‘de natuur’. Een tuin is eigenlijk een soort oorlogsgebied waarin de tuinier strijdt om de planten te laten groeien die hij of zij in de tuin wil hebben. Helaas is het vaak zo dat inheemse plantensoorten het veel beter doen op de grondsoort en in het klimaat waar zij zo goed aan zijn aangepast. In het begin deed ik mijn uiterste best om alle planten die ik als onkruid beschouwde uit te roeien, maar naarmate ik meer over inheemse planten, hun gebruik, en plek in het ecosysteem leerde raakte ik meer in ze geïnteresseerd. Smeerwortel bijvoorbeeld wordt beschouwd als een onkruid, maar is een mooie plant om te zien, trekt veel bestuivers aan als bijen en hommels, kan gebruikt worden om een ijzer en kaliumrijke vloeibare mest mee te maken en wordt veel gebruikt in de Fytologie. Brandnetels overwoekeren al snel al het andere, maar zijn een lekkere en gezonde groente in soep, wok, stoofgerechten of kruidenthee, en is een waardevolle plant voor vele insecten waaronder veel vlindersoorten. Daarnaast is brandnetel net als smeerwortel geschikt om gier mee te maken, die veel stikstof bevat. Meestal heb ik zowel plekken in de tuin die netjes bijgehouden zijn als plekken waar wilde planten vrij spel hebben gekregen, en ik geniet van beide. Voor mij voelt het het best als er een bepaalde balans is tussen wild, en getemd. uiteindelijk is een tuin een samenwerking tussen een mens, en de natuur.

20181010_161253.jpg
september 2018

“The garden suggests there might be a place where we can meet nature half-way”– Liberty Hide Bailey (1858 – 1954), American horticulturist and botanist.

Vergelijkbare berichten